ToengToeng
 
Oetjah-Atjeh, babbelen onder de waringin

Finale in Blauw Organdie
leestijd: plm 20 min.


'Mijn naam is Anika Bonnema. Ik zoek ben op zoek naar informatie over mijn vader Hendrik Jan Bonnema. Opgegroeid in Nederlands-Indië, diende hij in het KNIL, Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, vermoedelijk als sergeant majoor, onder Kapitein de Leeuw in de jaren 1946-1949. Hij was aldaar gehuwd met mijn moeder, Riekje van Dorp. In 1949 zond hij zijn gezin op het schip “De Nautilus” vooruit naar Nederland. Daarna is het contact verloren gegaan. Wie kan mij inlichten omtrent zijn huidige verblijfplaats of zijn eventuele overlijden?’

In een bijna lege kamer zit Anika achter haar computer met het gevoel dat er een strop om haar nek wordt aangetrokken. Het gesprek via de webcam wordt met de minuut onaangenamer. Niet voor de eerste keer wenst ze dat ze Laura nooit had leren kennen. Had ze maar nooit die oproep op internet gezet. Maar de vrouw is tot nu toe de enige connectie met haar vader. Anika weet niet meer van haar vader dan dat hij rond de repatriëring verdwenen is en haar moeder heeft haar vragen nooit willen beantwoorden. Thuis was geen enkele verwijzing te vinden naar een Indisch verleden; geen kris boven de schoorsteen, geen oude grammofoonplaat met krontjongmuziek, geen batik aan de muur. Daardoor heeft had Anika altijd een vermoeden gehad dat er een voorval in Indië ten grondslag ligt aan de verdwijning van haar vader.

Laura bevestigt haar vermoeden. Waar haar onthullingen aanvankelijk een mild karakter hadden, krijgen ze de laatste tijd een vileine ondertoon. Ging het in het begin nog over een sympathieke man die Laura uit haar herinneringen optekent, nu gaat het steeds vaker over de oorlog. Anika probeert het gesprek naar een prettiger onderwerp te sturen, maar Laura zit in een zwartgallige modus en emmert door over smeltend speelgoed en verwrongen staal. Wat voor verschrikking speelt er door Laura’s hoofd? Dit kan niet over vader Bonnema gaan, meent Anika. Toch wordt ze meegezogen in een sfeer van onbehagen. Laura’s uitlatingen krijgen een kwaadaardig randje en Anika verzet zich.
‘In een oorlog heeft iedere soldaat vuile handen,’ typt ze snel. ‘Wie bepaalt wie aan de goede kant staat en wie aan de verkeerde?’
Maar Laura heeft geen boodschap aan dit soort algemeenheden. ‘Het gaat om feiten, Anika. Welke feiten zijn de waarheid? Dat zal ik je vertellen. Je vader, destijds een jonge sergeant majoor, is nu een gevaarlijke misdadiger.’
De woorden treffen Anika als een zweepslag. ‘Je kletst, jij oude heks!’
Ze zou de beelden van de webcam stil willen zetten. Het inmiddels bekende gezicht, de rimpels rond de donkere ogen, de zilveren lok in het achterovergetrokken zwarte haar, ze zou het als een foto stil willen zetten op haar bureaublad en de tijd willen nemen om haar gedachten op een rijtje te zetten over de nieuwe raadsels rond haar vader. Maar Laura laat zich niet stilzetten. Laura bepaalt de regels van het spel. De beelden blijven bewegen: dóór naar de volgende inning.
‘Feiten, ik heb nog meer feiten voor je. Je vader heeft altijd een zwak gehad voor alles wat oosters is. Ik danste voor hem als Mata Hari, ik betoverde hem met een schijnwereld van mystiek. Mata Hari was maar gewoon een vrouw uit Friesland, niets exotisch aan, maar ze beheerste het spel der verbeelding tot in de perfectie. Ze voerde een maskerade op en er was geen man die haar doorzag. Van huis uit was ze kleuterleidster, net als jij, maar zij maakte carrière als danseres en courtisane. Jij, met je preutsheid, zult je niet voor kunnen stellen hoe haar leven die onverwachte wending kon nemen. Ik kan me daar meer dan genoeg bij voorstellen. Daarin ligt het verschil tussen jou en mij: jij, de kleurloze schooljuf in je rolstoeltje, driftig op zoek naar de waarheid; en ik, de exotische imitatio van Mata Hari, die de waarheid verstopt onder suggestieve golvingen van doorzichtige gewaden. De waarheid ligt vaak maar een fractie buiten je bereik, nét buiten je blikveld. En dat is maar goed ook want de waarheid, lief kind, is net zo ontluisterend als een danseres die haar laatste sluier heeft afgeworpen. Wil je nog steeds de waarheid? De waarheid loopt over mijn platte dak naar het oplichtende vierkant van het bovenlicht en gluurt door de plexiglazen koepel mijn slaapkamer in. De waarheid is dichtbij, hurkt neer als een Javaanse tijger in aanvalshouding, berekent zijn sprong… Blijf online, Anika. Laat je niet afschrikken. Je hebt zo lang naar je vader gezocht. Hier heb je hem. Omdat mijn rol uitgespeeld is, kan ik mij veroorloven mijn sluiers te laten vallen.’
Anika ziet hoe Laura het gezicht opheft naar boven, maar de webcam neemt alleen de beelden recht vooruit op en ze kan haar blik niet volgen. Ze ziet het bureau waaraan Laura zit met op de achtergrond het sprookjesachtige hemelbed, een droom uit Duizend-en-een-nacht: doorzichtige gordijnen, satijnen kussens, goudgeborduurde linten en brokaten strikken. Wat is Laura van plan? Wie is de geheimzinnige bezoeker die over het dak loopt?  Aan een lichte golving in de draperieën rond het bed ziet Anika dat er een tochtvlaag door het boudoir gaat. Het bovenlicht moet open zijn. Er valt iets zwarts van boven naar beneden, iets dat leeft en onmiddellijk in actie komt. Het springt op het bed en Anika ziet dat het een enorme kat is die met hoge rug en dikke staart naar Laura staat te blazen. Laura is half weggedraaid van het beeld, maar Anika hoeft haar gezicht niet te zien om te weten dat ze geschrokken is. Haar doorzichtige blauwe jurk lubbert potsierlijk om haar lichaam, dat gekrompen lijkt door de schok. Maar al snel herpakt ze zichzelf. Anika ziet aan het zwaaien van haar armen dat ze de kat wegjaagt; hoewel haar rug nu in beeld is, stelt Anika zich voor dat ze er hard bij schreeuwt. Ze verdwijnt even uit beeld, als ze weer aan haar bureau gaat zitten, klopt er een adertje onder haar rechteroog.
‘Is dat alles?’ typt Anika. ‘Was dat jouw Javaanse tijger? Je had het wel wat spannender kunnen maken. Of was die kat voor jou ook een verrassing, hoorde hij soms niet thuis in dat wonderlijke spelletje van je?’
Laura fatsoeneert haar jurk en strijkt het dikke, zwarte haar naar achteren, de grijze lok als een bliksemschicht over haar hoofd.
‘Je neemt dit niet serieus, Anika! Dat zou je wel moeten doen want er zijn duistere krachten ontketend. Maar goed. Zoals je ziet is mijn dood uitgesteld. Je bent niet aardig voor me. Waarom doe je zo rancuneus? Ik weet dat het niet fijn is was ik je over je vader verteld heb. Ik weet ook dat je jezelf voorhoudt dat ik gelogen heb, maar daar heb ik geen reden voor. Ooit heb ik warme gevoelens gekoesterd voor je vader – zij het voor hem niet meer dan voor anderen – dus waarom zou ik onwaarheden over hem vertellen? Hij had een prachtig lichaam, hij zag er geweldig uit in zijn KNIL-uniform. Sterk en toch – bijna op een vrouwelijke manier – sensitief. Zijn spieren waren hard, maar aan de ronde lijn om zijn mondhoek kon ik zien dat hij gevoelig was. Hij was een voortreffelijk danseur en we hebben menig avond in elkaars armen rondgezwierd in de soos, terwijl jouw moeder thuis zat, afgemat door de warmte, moe en zwanger van je oudste broer. Je bent ervan geschrokken dat je vader zich zo gedroeg. Misschien heb je je wel altijd ingebeeld dat je vader een onkreukbaar karakter had, maar lief kind, hij was een bon vivant en in Indië waren de zeden losser dan in Holland. Uiteraard vond je moeder het niet leuk en ik kan begrijpen dat ze deze episode voor haar kinderen heeft willen verzwijgen.’
‘Oud nieuws, Laura,’ typt Anika. ‘Dit heb je allemaal al eerder verteld. Kom eens met iets concreets. En noem me niet steeds “lief kind”, ik ben een vrouw van negenenveertig.’
‘Het is goed, Anika, dat je me daaraan herinnert. Je bent een volwassen vrouw en je zult de wijsheid van je jaren nodig hebben om de schok te incasseren die ik nu teweeg moet brengen. Ik heb je al eerder gezegd dat je verkeerd bezig bent wanneer je per se op zoek wilt naar je roots. Je vindt dat je kinderen recht hebben op hun voorgeschiedenis, maar besef wel dat het een onverkwikkelijke geschiedenis is. Soit, jij wilt feiten…’
Laura pauzeert en Anika ergert zich aan de gekunstelde manier waarop de oudere vrouw de spanning in de lucht laat hangen. Bij het uitblijven van enige aanmoediging, zucht Laura alsof ze met tegenzin haar verhaal vervolgt.
‘Mijn echtgenoot was op patrouille en de zwoele avonden lokten mij naar buiten. Ik kon de eenzaamheid van het stille huis en de onderdanige aanwezigheid van de bedienden slecht verdragen om redenen waar ik nu niet over uit zal wijden. Dus zocht ik vertier in de soos. Net als jouw vader. Later bezocht hij mij thuis en danste ik voor hem. Ik was toen al in het bezit van de borstplaten en braceletten van Mata Hari. De exotische stoffen voor de opzichtige jurken waar je vader zo van hield – deze blauwe organdie was zijn favoriet – waren in dat land gemakkelijk te verkrijgen. Ik palmde je vader volledig in, hij verloor alle belangstelling voor zijn vrouw, jouw moeder. Dat kon natuurlijk niet goed gaan. Mijn man keerde terug van zijn patrouille zodat mijn huis taboe werd voor je vader. Hij zocht onvermoeibaar naar gelegenheden om mij toch te ontmoeten, maar dat kon niet meer. Ik moest hem afwijzen, net als de andere heren die mijn huis visiteerden. Hij heeft er lange tijd geen notie van gehad dat hij niet mijn enige avontuurtje was. Toen dat feit tot hem doordrong, was hij diep gechoqueerd. Hij kon het niet verkroppen en ten tijde van de Tweede Politionele Actie draaide hij volledig door. “Mata gelap” noemden ze dat daar. Hij overmeesterde een jonge vrouw in een kampong in de buurt van Telaga Warna, en roeide daarna haar hele familie uit met een klewang. Kinderen, ouders, grootouders, niemand ontkwam aan zijn kapmes. Enkel uit frustratie. Dát, lieve Anika, is het geheim dat je moeder voor je verborgen heeft willen houden. Het zou ook beter zijn geweest dit verhaal te laten waar het thuishoort: op de bodem van het meer Telaga Warna, maar je hebt zelf de geest uit de fles gelaten met die kleine annonce op het internet.’
Anika ziet een visioen van lange zwarte haren op de planken vloer van een veranda. Tot op het merg verkild staart ze naar het beeldscherm. Daar. Daar staat het zwart op wit, de ontknoping, de apotheose waar Laura de afgelopen maanden zorgvuldig naartoe heeft gewerkt. Anika beseft dat Laura haar bespeeld heeft, zoals een dalang zijn wayangpoppen laat knikken en buigen naar zijn wil, de waarheid steeds buiten haar bereik houdend. Doelbewust heeft Laura stukje bij beetje het ideaalbeeld afgebroken dat haar voor ogen stond van haar vader.
‘Waar alles mogelijk is, zoekt alleen een dwaas naar de waarheid,’ schreef Laura eerder. Ben ik een dwaas geweest, vraagt Anika zich af, dat ik me vastgebeten heb in de speurtocht naar mijn vader? Ik heb in troebel water zitten hengelen en een stinkende familiegeschiedenis opgevist, in staat van ontbinding.
Er is geen beweging meer op het beeldscherm, maar de webcam staat nog aan want Anika ziet Laura’s ogen af en toe knipperen. Dan verschijnen er weer een paar zinnen.
‘Je blijft stil. Misschien is dat het beste. Reageer niet, blijf alleen maar kijken.’
Kennelijk is Laura’s morbide spelletje nog niet uitgespeeld.
‘Ik weet niet wat er verder zal gebeuren, de regie is me uit handen genomen. In plaats van die zwarte kat had ik verwacht dat je vader binnen zou vallen, maar de gebeurtenissen verlopen anders dan ik ze gearrangeerd heb. Ik wacht af. Wanneer hij komt is niet duidelijk, maar dát hij komt is zeker. Overigens, die kleine privé-actie van je vader is destijds in de doofpot gestopt, maar dat had je natuurlijk al begrepen. Het waren maar zwartjes die hij afgeslacht had en ach, er sneuvelden er zoveel die dagen.’
Opnieuw dringt zich voor Anika’s ogen het beeld op van lange zwarte haren in een plas bloed. Het beeld, dat slechts een moment door haar geest flitst, glijdt weg langs de contouren van haar beleving. Ze laat het niet toe, de gruwel komt te dichtbij. Bewust beperkt ze haar gedachten tot Mata Hari, de naaktdanseres die staatgeheimen wist te ontfutselen aan hooggeplaatste heren in uniformen met epauletten. Over het visioen van de bloedplas schuift ze de foto die ze op internet gevonden heeft, van een vrouw met weinig meer aan haar lijf dan borstplaten en braceletten, met edelstenen versierd. Ze denkt aan de namaaksieraden, de nepjuwelen die Laura haar heeft laten zien. Heeft ze met die kitsch haar vader ingepalmd? Zo naïef kan hij toch niet geweest zijn? Ze stelt zich een knappe jongeman voor in de typische jaren-dertig-pose, die in die tijd opgang deed in de fotografie-ateliers.
Sinds het overlijden van haar moeder voelt ze zich eindelijk vrij om op zoek te gaan naar antwoorden. Bij het opruimen van haar moeders persoonlijke bezittingen kwamen er een paar oude foto’s tevoorschijn, summiere informatie in korte regeltjes op de achterkant, geschreven in een vreemd handschrift. Een groepsfoto van lachende soldaten onder palmbomen. Haar vader met een brede lach op zijn gezicht, de hemdsmouwen nonchalant tot boven zijn ellebogen opgerold.
Na het plaatsen van de annonce kwamen er wat vage reacties van mensen die dachten haar vader gekend te hebben, maar bij nader inzien bleek het steeds om een Johan Bonnema te gaan, geen Jan. Slechts één reactie kwam er die haar wat hoop verschafte.
‘Vertel eens wat meer over je vader,’ mailde Laura. ‘Ik weet bijna zeker dat ik hem vrij goed gekend heb in die jaren. Wat deed je vader precies?’
Anika wist niets van haar vader. Des te meer bleek er bij Laura op te borrelen. Pas na enig heen en weer mailen, kwam Laura met het schokkende nieuws dat Hendrik Jan Bonnema in Nederland verbleef en dat ze sinds enige tijd weer contact met hem had. Ze nodigde Anika uit op de thee. Tegen beter weten in hoopte Anika bij Laura thuis haar vader aan te zullen treffen, hoewel Laura haar al gewaarschuwd had dat ze daar niet op moest rekenen.
‘Je vader wil je wel ontmoeten, maar nu nog niet. Hij is er nog niet klaar voor. Je moet goed begrijpen… het zal een pijnlijke confrontatie zijn met een verleden dat hij wil vergeten.’
‘Wat is er precies gebeurd dan in dat verleden?’
‘Dat is niet aan mij om je te vertellen. Dat zal je vader zelf doen als hij eraan toe is.’
Ze leek zo discreet, daarmee nam ze Anika voor zich in. Bij een van hun volgende ontmoetingen toonde Laura haar – naar haar zeggen op verzoek van Anika’s vader – de bekende dans voor Shiva. Haar vader zou haar willen laten zien waarom hij zijn hart aan deze vrouw verloren had, maar Anika vond het een beschamende vertoning. Het was pijnlijk te moeten aanzien hoe de vrouw met haar vervallen lichaam een suggestie van sensualiteit probeerde op te roepen.
Anika schrikt op doordat er plotseling weer een klein stukje tekst op haar beeldscherm verschijnt.
‘Een gevaarlijke idealist, Anika. Ik heb je verteld dat je vader een man is van extreme overtuigingen. Hij rechtvaardigt zijn bestaan met een nieuw doel, een levensgevaarlijke opdracht.’
Plotseling besluitvaardig drukt Anika de computer uit. Ze heeft er meer dan genoeg van. Wat probeert Laura te suggereren? Staat haar vader op het punt opnieuw een groot misdrijf te begaan? Een staatsgreep, volkerenmoord, een bom onder Schiphol? Of is het de dreiging waar Laura aan het begin van hun sessie op zinspeelde: dat hij haar op zal zoeken, misschien om haar te vermoorden? Is het dat wat Laura wil bewijzen met haar webcam? Anika drukt haar vuisten tegen haar ogen. Haar wangen gloeien van het langdurig naar het beeldscherm turen. Haar rug is stijf geworden en haar krachteloze benen voelen koud aan. Ze trekt een plaid over haar knieën. Ze weet niet meer of ze Laura wel kan geloven. Is de vrouw bezig haar te betrekken in een onoverzichtelijke – wellicht gevaarlijke – intrige of heeft ze slechts te maken met de hersenspinsels van een oud mens? Weet haar vader iets af van de praatjes die Laura over hem rondstrooit? In dat geval moet hij haar haten. Misschien zelfs wel zoveel dat hij haar van het leven wil beroven, want ,seniel of niet, Laura speelt een smerig spel. Het mailtje van enkele weken geleden komt Anika weer voor de geest.
‘Ik heb je voor de mal gehouden, Anika. Je vader wil je wél ontmoeten. Hij verlangt ernaar je terug te zien, maar alles op mijn tijd. Ik maak de spelregels. Eerst wil ik ervan genieten dat ik hem in mijn macht heb. Dat ik jullie allebei in mijn macht heb. Ik wil erachter komen hoever jullie bereid zijn te gaan voor elkaar.’
Anika ging verder dan ze zelf ooit voor mogelijk had gehouden, die ene middag bij Laura in de slaapkamer. Onder Laura’s onverbiddelijke regie hulde ze zich in de gewaden van een courtisane en danste voor Shiva, de godheid van wie, geflankeerd door wierookstokjes, een gipsbeeldje stond op het altaar tegenover het hemelbed. De prikkelende choreografie die Laura haar voorgedaan had, ontaardde in een wanstaltig gestrompel waarbij ze zich vast moest grijpen aan alles wat haar overeind kon houden: de pilaren rond het bed, de rugleuning van de bureaustoel; zelfs Laura’s arm moest ze ter ondersteuning vastgrijpen omdat de oude heks meer kracht in haar lichaam had dan zijzelf. Ze dronk de gifbeker leeg tot de laatste druppel. Alles, alles om Laura maar te overreden haar eindelijk in contact te brengen met haar vader. Ze liet de ene sluier na de andere op de grond glijden totdat ze naakt in haar rolstoel viel. De oude vrouw streelde haar, probeerde haar met zachte hand naar het bed te leiden, doch op dat moment kreeg Anika de situatie weer in de hand. Zó ver zou ze niet gaan.
Maar haar weigering blijft niet ongestraft. Laura laat zich niet dwarsbomen. Ze dreigt Anika net zo lang aan het lijntje te houden tot ze aan háár voorwaarden voldoet.
Zet ze mijn vader op dezelfde manier onder druk? vraagt Anika zich af. Heeft ze zijn zwakke plek ontdekt en drijft ze daar de spot mee? Ze moet ons om de een of andere reden haten. Daarvan getuigt haar zorgvuldig arrangeren, de manier waarop ze ons beiden in de juiste positie gemanipuleerd heeft om de vernietigende slag toe te brengen: deze onthulling over de slachtpartij. Een groteske triomf.
Anika logt weer in. Ze kan er nu niet mee stoppen. Nu Laura haar laatste troef heeft uitgespeeld, moet er een doorbraak komen, al weet ze zelf niet waar ze nog op hoopt. Ze ziet het onaangedane gezicht van Laura verschijnen op het beeldscherm. Laura glimlacht. Een serene glimlach zonder angst.
‘Ha, daar ben je weer, Anika. Je ziet, ik zit hier nog. Maar ik wacht. Zo dadelijk zal mijn moordenaar het vertrek betreden. Ik heb de buitendeur van het slot gehaald. Onzin om die oude man via het dakraam te laten komen, hij mocht zijn benen eens breken. En het lot is toch onafwendbaar, ik heb me erbij neergelegd. Ik ben er helemaal klaar voor. Ik zal sterven zoals Mata Hari gestorven is: een gewelddadige dood. Mijn nachtmerries zijn voorbij, ik ben verlost van mijn wanen nu het moment van de waarheid aangebroken is. Kijk goed, Anika. Kijk, en weet wie je vader is.’
Anika snikt. Ze rouwt om het roemloos sterven van een vader die slechts in haar dromen bestaan heeft. Ze heeft er geen behoefte aan de nieuwe, brute variant van een vader, die Laura voor haar afschildert, te leren kennen. Andermaal grijpen haar handen naar de computer alsof ze de gebeurtenissen kan sturen door de regels van het beeldscherm te plukken.
‘Vermoord haar maar!’ Ze roept het hardop naar een man die ze niet kent, die zelfs nog niet eens in beeld verschenen is. ‘Misschien doe ik het zelf wel. Deze vrouw is een monster. Waarom heeft ze niet gewoon haar mond kunnen houden?’
Anika ziet Laura opstaan in haar boudoir. Ze danst. De doorzichtige jurk van blauw organdie wervelt om haar lichaam en laat af en toe een glimp zien van de met juwelen bezette borstplaten van Mata Hari eronder. Om haar armen draagt ze de braceletten, glanzende oorbellen beroeren delicaat haar hals. De enigszins wazige weergave van de webcam herstelt de schoonheid van de dans in schokkerige beelden als van een oude film en verhult de neergang van het aftakelende lichaam. Nog steeds is Laura een charmante vrouw. Maar waarom zo wreed?
Laura spreidt haar armen, draait rond. Anika verbeeldt zich dat ze de tulen gordijnen rond het hemelbed ziet bewegen in een luchtstroming. Komt er iemand binnen? Door een waas van tranen ziet ze Laura verstarren in haar beweging. De vrouw staat stil, nog steeds met gespreide armen, haar profiel naar de camera. Anika ziet ineens dat ze een keukenmes in haar hand heeft en ze beseft met een schok dat hier op haar beeldscherm de ‘Grande Finale’ van Laura’s spel zich zal ontvouwen. Met gevoel voor drama cirkelt Laura nog enkele malen om haar as, de ogen gesloten, het mes glinsterend telkens als het licht erop valt. Dan stoot ze het wapen met kracht in haar borst en zakt omlaag, het beeld uit.
‘Laura?’
Niets anders is er meer te zien dan de lichte golving van de gordijnen.


‘De zaak is gesloten mevrouw.’ Stijf staat de rechercheur in haar woonkamer. ‘het was natuurlijk afschuwelijk dat u getuige moest zijn van deze schokkende beelden. Na uw telefoontje zijn we onmiddellijk naar het appartement gegaan, we hebben een arts gewaarschuwd en die heeft de dood door eigen hand geconstateerd. Er waren geen sporen van inbraak. Toch is er uiteraard een onderzoek ingesteld naar aanleiding van uw vermoeden van bedreiging, maar we hebben geen enkel bewijs gevonden voor een andere doodsoorzaak dan de geconstateerde.’
Dan laat de man zijn vormelijkheid voor wat het is en buigt vertrouwelijk wat voorover. ‘We hebben onder andere gesproken met de buurvrouw van mevrouw van den Berg. Ze vertelde ons dat de vrouw leed aan ondraaglijke achtervolgingswanen. Ze was er altijd van overtuigd dat er zich een insluiper ophield ergens in haar huis. Waarschijnlijk waren die angsten terug te voeren op haar verleden in Indonesië, het toenmalig Nederlands-Indië. In een jappenkamp heeft ze haar twee kinderen verloren. Later ging haar man door het lint. Schijnt een hele familie uitgemoord te hebben. Ik mag u dit eigenlijk niet vertellen, maar mevrouw van den Berg was bekend bij ons omdat er een paar keer een klacht tegen haar is ingediend. Inbreuk op de privacy. Ze had de gewoonte advertenties na te pluizen van mensen die op zoek waren naar familieleden uit de Indische tijd. Daar zocht ze contact mee en hing dan allerlei rare verhalen op. Dat die familieleden zich schuldig gemaakt zouden hebben aan oorlogsmisdaden. Dat soort dingen. Ze is wel eens voor een onderhoud op het bureau geweest, maar wat moet je met zo’n getroebleerde, oude vrouw?’

Anika logt in. Niets. Geen beeld. Geen illusie. Geen vader.

                                                                                                                                                                                                             ©marian puijk