ToengToeng
 
Oetjah-Atjeh, babbelen onder de waringin

Mama Miek
leestijd: plm 4 min
Verhaal verteld door de kleindochter van Mama Miek


Batavia, Indonesiё 1932
Er loopt een jongetje  over de theeplantage waar hij geboren en getogen is. Zijn donkere ogen gevuld met tranen; het belangrijkste in zijn leven is hem zojuist ontnomen. Het intense verdriet en de onmacht die hij voelt is ongepast voor een kind van acht jaar oud. Het ontroostbare stopt hij weg, diep naar binnen, om het nooit, maar dan ook nooit meer te willen voelen…………

Holland, 63 jaar later………….. 
Papa is dood!
Heengegaan in zijn slaap met een glimlach op het gezicht……..                                                                                
Hij lag rustig te slapen, althans dat dacht ik. Ik kreeg papa niet meer wakker. Papa is dood, wat moet ik doen!

Het is begin november en de zon schijnt………
We hebben papa  begraven onder de bomen, dicht bij de natuur; de herfstbladeren vielen. Er waren oude Indische tantes naar de begrafenis gekomen. Ik kende ze amper. In mij herkenden ze duidelijk iemand van vroeger; uit het oude Nederlands Indiё. Ze toonden hun verbazing toen ze mij zagen: “Hoe is het mogelijk, je lijkt precies op haar, je hebt haar ogen, haar gezicht.“ Ik vond het wel grappig en vroeg: ”Op wie lijk ik dan tantes?"  Op die vraag kreeg ik geen antwoord, ze praatten er gewoon overheen.
Een paar dagen na de begrafenis zijn we papa’s huis gaan opruimen. Tussen zijn spullen, hangt een vreemde, ongekende leegte; is dit nu dood? Nu papa er niet meer is heb ik toegang tot alles wat van hem was; zijn geheimen, zijn leven en zijn verleden. Niemand kreeg de sleutel van het  huis; zelfs zijn eigen dochters niet. Nu hebben we er allemaal één. Bizar dat hij daar eerst voor dood moet gaan. Ik durf amper iets aan te raken of beet te pakken maar het moet, het kan niet anders. “Sorry papa.”
Uren, dagen gaan voorbij met het uitzoeken van papa’s bezittingen. Papierwerk, paperassen, documenten; alles wordt gesorteerd.  Ansichtkaarten, kerstkaarten, foto’s, tekeningen, herinneringen; een lach en een traan. Ik verkeer in een ander leven, papa’s leven en verleden, tot aan zijn geboortedag; in mijn handen heb ik zijn geboorte akte.
Ik lees de datum en plaats van de geboorte en uit wie papa is geboren. Het verbaast mij dat oma beschreven staat als inlandse vrouw Doemi; oma heette  toch Sophia? Het is allemaal zo vreemd!
“Papa, wat is er aan de hand? Is er iets wat ik niet weet? En waarom is dat?”
Ik besluit om  één van de Indische tantes die ik op de begrafenis heb ontmoet, op te bellen. Ik weet zeker dat zij er meer van afweet.  “Kind, het was toen een groot geheim, daar sprak men niet over.” Na haar verhaal werd het voor mij duidelijk……….
Zij werkte bij opa op de plantage als theeplukster; de inlandse vrouw Doemi. Opa was een heer van aanzien en Doemi keek enorm tegen hem op. Op een dag bleek Doemi  zwanger te zijn van mijn opa! Er werd een jongetje geboren en opa erkende het kind als zijn zoon. Doemi mocht voortaan als huishoudster werken in het grote huis, om dicht bij haar zoon te zijn.  Vanaf dat moment werd Doemi mama Miek genoemd.
Tot er op een dag een mooi blanke vrouw in het huis kwam wonen; Sophia, opa’s nieuwe vrouw. Mama Miek is vetrokken naar de Dessa, zonder afscheid te nemen van haar zoon. Toen hij  uit school kwam was mama Miek weg en zat er een vreemde vrouw op de veranda. “Vanaf nu is dit jouw moeder,” sprak zijn vader. Zijn echte moeder zou hij nooit meer terugzien.
Als hij zelf volwassen is en kinderen krijgt, blijkt zijn jongste dochter pijnlijk veel op mama Miek te lijken. Als kleine jongen heeft hij gezworen het verdriet  om zijn moeder te verstoppen, heel diep in zichzelf om het nooit meer te voorschijn te laten komen. Hij houdt zich aan die belofte. Maar soms is dit onvermijdelijk als zijn jongste dochter voor hem staat. De gelijkenis met mama Miek is groot. De herinneringen en de pijn komen dan te dichtbij.
Hij besluit om naar zijn dochter te kijken, zonder haar echt te zien, naar haar te luisteren zonder haar echt te horen, tegen haar te praten zonder echt iets te zeggen.
Ik heb  het altijd gevoeld maar nooit begrepen. Na zijn dood werd voor mij alles duidelijk.
Papa is dood!
Heengegaan in zijn slaap met een glimlach op het gezicht, alsof hij iemand heeft gezien, iemand heeft herkend. ”Ik hoop dat zij het was papa; jouw eigen mama Miek!”
                                                                      
Kijk ook op: www.kunst-verbindtons.nl