Kabar Angin (kabar angin = gerucht op de wind; nenek = oma; cucu = kleinkind)
Er is een droomboom van tropisch allerlei wie wil er, wil niet, wil toch mee met mij de durian, de zuurzakvrucht de ananas, genotsgezucht Kabar angin, het geruis op de wind kriebelt mijn oor als de kus van een kind Nenek, hoor ik een gefluister Nenek, hoor dan, en ik luister De wind vertelt een nieuw verhaal van houtskoolvuur en avondmaal de bries vertelt een oud gedicht van ochtendgeur en schemerlicht het landje met kemiriebomen waar ik als kind in zat te dromen Mijn cucu fluistert, hij drijft langzaam weg ik weet dat hij luistert, maar niet hoort wat ik zeg Wie komt er, komt niet, komt toch met me mee We vinden mijn cucu in de droomboom aan zee stil houdt hij zijn vinger tegen zijn lippen aan luister Nenek, laat de wind nu maar gaan.