ToengToeng
 
Oetjah-Atjeh, babbelen onder de waringin

Ambon Manise (Lief Ambon)


Een land van zee en water
van groen en blauw en vis
waar goud en zon en klater
waar oerwoud leven is
waar reizen is een motorboot
mijn handen in de golven
een huis op palen bij een sloot
onder het groen bedolven
en overal de zee, de zee
de schelpen in het witte zand
je vaart, je vist en ik ga mee
het blauwe water en dit land
Hier is mijn land een toverwoord
onmetelijk de zee, het schip, de oceaan
de ruwe kustlijn ongestoord
het bos, de bergen, de vulkaan
de branding en het witte schuim
de wolken, wind, het water
de zwavelbronnen, lavakruim
en de vulkaan die staat er
Hier is mijn land een toverwoord
ik had nog nooit dat land gehoord
te mooi, te groots om te bestaan
ik ben erheen en ook weer weggegaan
de tijd staat stil, gaat toch te vlug
ik moet weer gaan, maar kom terug


©marian puijk